Loek was voetbaljournalist

Als Willem II thuis speelt, is Loek (9) erbij. Meestal zit hij op een hoektribune. Eén keer was dat anders. Loek zat op de perstribune. Dat was geen vergissing. ‘Iedere thuiswedstrijd is er een kinderreporter’, vertelt Loek. ‘Vandaag maak ik het verslag van de wedstrijd tegen Feyenoord.’

Hij schuift het klaptafeltje uit. Om hem heen zitten journalisten met laptops, mobiele telefoons, camera’s en microfoons. Zelf pakt Loek een notitieboekje en een pen. ‘Ik ga steekwoorden opschrijven’, zegt hij. ‘Als ik die teruglees, weet ik genoeg voor mijn verslag.’

Best lastig
De scheidsrechter fluit. Minuut 0, noteert Loek. Aftrap Feyenoord. ‘Het wordt best lastig’, vertelt hij. ‘Ik moet goed opletten en niet zomaar rondkijken.’ Minuut 29, goal Feyenoord. ‘Mooi gespeeld’, vindt Loek. Minuut  37, goal Willem II. Het stadion staat op z’n kop. Loek blijft rustig. ‘Anders zou ik wel juichen. Maar nu moet ik schrijven.’

In de rust haalt Loek snel een beker cola. Daarna gaat het verder. Er wordt nog twee keer gescoord: een keer door Willem II en een keer door Feyenoord. ‘Misschien wel zo eerlijk’, zegt Loek. ‘Dit was leuk, maar ik word liever voetballer dan journalist.’ Hij kijkt naar zijn opschrijfboekje. ‘Hopelijk snap ik nog wat ik heb opgeschreven.’

Benieuwd naar de verslagen van de kinderreporters? Ga naar www.willemII.nl

 


Mia woont in Spanje

Zomervakantie. YES! Met de tent naar Frankrijk, Italië of Spanje. Naar de zon. Alleen jammer dat je zo lang in de auto moet zitten.

Mia (7) hoeft voor Spanje niet ver te reizen. Zij woont er sinds twee jaar. Bofferd, daar is het altijd mooi weer. ‘Nou, het kan hier ook flink regenen hoor. Maar het is vaak lekkerder dan in Nederland. Dat wel.’

Skeeleren 
Mia vindt het hartstikke leuk in Spanje. Ze gaat heel vaak skeeleren op de boulevard bij het strand. Maar ze moet ook gewoon naar school. Naar een Internationale school waar ze ook Spaans en Engels leert. ‘Er komen kinderen uit allerlei landen. Uit Zuid-Amerika, maar ook uit Zwitserland.’

In Spanje is de school nu ook dicht, omdat het vakantie is. Wat Mia gaat doen? ‘Logeren bij mijn opa en oma in Nederland. Pas als ik in Nederland ben, krijg ik een vakantiegevoel.’

 

Tim schreef een boek


De titel boven dit verhaal klopt niet helemaal: Tim schreef een boek, maar dat deed hij niet alleen. ‘Ik schreef het samen met Naomi, Puck en Donna’, vertelt Tim (11). ‘Ieder van ons maakte een verhaal, daarna werd er een boek van gemaakt. We hadden hetzelfde thema: Geheime werelden.’

Dat thema kozen ze zelf. ‘We hadden nog meer thema’s bedacht. Vakantie, zee, dat soort dingen. Mijn klasgenoten mochten stemmen. De meesten wilden een verhaal lezen over Geheime werelden. Dus dat thema won.’

Aagje
De hoofdpersoon in het verhaal van Tim is Aagje. Ze is erg nieuwsgierig. Daardoor belandt ze via het dagboek van haar vriendin in… Plotseling stopt Tim met vertellen. ‘Wacht, ik wil niet alles verklappen. Iedereen moet het verhaal zelf maar lezen.’

Het is vast niet het laatste verhaal dat Tim schreef. En ook niet het eerste. ‘Ik schrijf heel vaak. Over van alles. Maar er is nog nooit een boek van gemaakt. Nu wel. Ik vind het hartstikke mooi geworden.’

Wil je het verhaal van Tim lezen? Klik dan hier.

 

Sandro is zijn huis (even) kwijt 

Het huis van Sandro (12) wordt binnenkort gesloopt. ‘Niet alleen ons huis’, vertelt hij. ‘Veel huizen in onze buurt gaan plat.’ De woningen zijn oud en daarom moeten er nieuwe worden gebouwd. Ze komen ongeveer op dezelfde plek. ‘Gelukkig kunnen we dus terugkomen. Een paar maanden in een ander huis, dat is alles.’

Sandro is heel erg blij dat hij terug kan komen. ‘Ik wil nooit meer weg uit deze buurt. Iedereen kent elkaar. Er wonen ook veel families bij elkaar. Dat is al heel lang zo. Iedereen helpt elkaar en we zijn vaak op straat om met elkaar te kletsen.’

Volksbuurt
Volgens Sandro is zijn wijk een echte volksbuurt.  ‘Dat noem je zo. Andere mensen snappen niet dat wij zo willen leven. Ze vinden ons raar, soms zelfs onbeschoft. Maar dat zijn we helemaal niet. Het is hier alleen anders. Gezelliger.’

Omdat de wijk zo bijzonder is, kwam er laatst een filmploeg langs. Iedereen mocht vertellen over vroeger en over nu. Ook werden belangrijke gebeurtenissen nagespeeld. Sandro deed mee. ‘Het stuk waarin ik speelde, ging over de jaren dertig. Spannend was het toen. Er waren smokkelaars en stropers. De politie zat achter ze aan.’

 

Ashanti: ‘Bali is nu mijn thuis’

Muziek maken, vindt Ashanti (8) heel leuk. Ze speelt blokfluit en viool. Ook dansen en zingen doet ze graag. En dat komt mooi uit. Ashanti woont namelijk op Bali, één van de 10.000 eilanden van Indonesië. ‘Op Bali wordt veel muziek gemaakt’, vertelt Ashanti, ‘want je er zijn heel veel feesten. Ze hebben meestal met het geloof te maken.’

Galungan is zo’n feest en Kuningan. ‘Alle mensen gaan die dag naar de tempel’, vertelt Ashanti. ‘Ik vind Nyepi het leukste feest. Dat is Nieuwjaar. Die dag moeten we allemaal binnen blijven. We mogen geen licht en stroom gebruiken en ook niet koken. We moeten heel stil zijn.’

Papier-maché
En waarom is dat dan? ‘Het is om de slechte geesten voor de gek te houden. We hebben ze de dag ervoor weggejaagd met veel lawaai en monsters van papier-maché. Als we op nieuwjaarsdag heel stil zijn, komen de slechte geesten niet meer terug’.

Ashanti wil graag op Bali blijven wonen. ‘Ik ben in Nederland geboren’, zegt ze. ‘Maar na twee maanden ging ik al met mijn vader en moeder naar Bali. Mijn vader is daar geboren. Ik kom graag naar Nederland in de vakantie, maar Bali is nu mijn thuis.’

 

Roosmarijn leerde over God

‘Ik heb mijn communie gedaan’, vertelt Roosmarijn (8). Dat kan als je katholiek bent. Het mag, het hoeft niet. Iedere donderdagmiddag moest ik naar de kerk. Samen met een paar vriendinnen. We kregen ranja en snoepjes van de pastoor. We moesten een soort vriendenboek invullen. We hebben ook veel getekend en liedjes geleerd.

‘De pastoor vertelde heel veel verhalen. Over Godse dingen. Met Pasen moesten we een stok versieren en aan iemand geven. Ik heb mijn stok aan mijn overbuurman gegeven. Hij was heel erg ziek.

Limousine
‘De dag van de communie, vond ik het leukst. We waren met dertig kinderen. De hele kerk zat vol mensen, allemaal familie. Eén meisje kwam in een grote, witte limousine naar de kerk. Dat vond ik overdreven.

‘Alle kinderen moesten iets zeggen. Er was ook een kinderkoor en op het laatst kregen we een soort koekje. Een hostie. Daar zat niet super veel smaak aan. Toen ik thuis kwam, was het feest. Ik kreeg veel cadeaus. Lipgloss, een boek, kaarten en geld. Sinds mijn communie geloof ik middelmatig in God, maar bidden doe ik nooit.’

 

Ruben schermt

Anderhalf jaar geleden ging Ruben (10) bij schermen. ‘Mijn broer deed het al langer en ik wilde het ook wel eens proberen’. Van ‘proberen’ is nu geen sprake meer: Ruben traint inmiddels twee keer in de week en doet al volop mee aan wedstrijden en toernooien. Ook in het buitenland. Laatst nog werd hij eerste in Duitsland.

Gevaarlijk is scherm niet, zegt Ruben. ‘Je hebt een dik pak aan om de steken van je tegenstander op te vangen’. Bovendien komen de steken niet van een degen met een scherpe punt, zoals bij Zorro. ‘De degens hebben een platte punt’, legt Ruben uit. ‘En er zit een stroomdraad aan vast. Als je je tegenstander raakt , gaat er een piepje en telt de computer er een punt bij.’

Raken
‘Je moet je tegenstander wel stevig raken, zegt Ruben. Maar met agressie of vechten heeft schermen, volgens hem, niks te maken. ‘Helemaal niet zelfs, want je mag geen lichamelijk contact hebben. Het gaat er om dat je slim bent. Maar je moet ook lenig zijn en sterk. Een goede conditie is ook belangrijk.’

Blauwe plekken (door de degen van de tegenstander) is eigenlijk het enige vervelende aan schermen. ‘En je degen kan zomaar breken’, zegt Ruben. ‘Ik heb het al drie keer meegemaakt. Ook tijdens een wedstrijd, dat is wel schrikken. Maar je schermt daarna gewoon verder, want als het goed is heb je altijd een reserve degen bij je.’

 

Roos kijkt het hele WK-voetbal

Voetbal, voetbal, voetbal. Dikke kans dat dat voorbijkomt op je televisie. Natuurlijk: het wereldkampioenschap voetbal! Roos (10) kijkt zo veel mogelijk wedstrijden. ‘Ik kijk vaak voetbal. Op televisie en in het echt. Dus het WK kijk ik ook. Met Nederland dacht ik: ‘Dat wordt niks.’ Maar ze doen het heel goed.’

Roos voetbalt zelf ook. Haar vijfde seizoen zit er net op. Jongens en meisjes voetballen in haar leeftijdsgroep samen.  ‘Ik ben het enige meisje in mijn team. Dat vind ik niet erg. Soms moeten we tegen een team waarin ook een meisje voetbalt. Dan ga ik niet met haar staan praten ofzo. Ze is mijn tegenstander: ik wil van haar winnen.’

Aanvoerder
Om beurten zijn de spelers van het team aanvoerder. ‘Ik vind het leuk om aanwijzingen te geven aan de anderen. Eigenlijk doe ik dat altijd wel. Van onze vorige coach moest ik dat ook doen. Hij zei dat ik het goed kan, dat ik overzicht heb.’

Haar favoriete voetballer?  ‘Keeper Cillessen. Hij is echt heel goed.’